Door de Provence naar Menton
De Mont-Ventoux ligt achter ons
Als we omkijken zien we de Mont-Ventoux schitteren in de zon.
De bewolking is inmiddels helemaal opgetrokken en het zonnetje begint te inmiddels lekker warm te worden. We trekken de truien uit en rijden verder de D950 op. Dit is overigens een deel van de Route de la Lavende en we blijven de D950 volgen tot we bij Forcalquier komen. Het is een prachtige rit door een glooiend landschap over een rustige weg. Af en toe hebben we het gevoel dat we alleen op de wereld zijn. In de buurt van Forcalquier wordt het drukker.
Het Pays de Forcalquier is een mooie streek waar ook de lavendel volop aanwezig is. Wij zitten nu in het departement Alpes-de-Hautes-Provençe en in deze omgeving kun je ook prima fietsen. Er zijn zelfs bewegwijzerde fietsroutes waarvan de beschrijvingen zijn te verkrijgen bij de lokale VVV’s. De blauwe bordjes geven de route aan bij Forcalquier en de Montagne de Lure.
In het centrum van Forcalquier zoeken we de richting van Oraison, dat aan de andere kant van de Durance ligt. We komen uit op de N100 een mooie weg die door het dal van de Beveron loopt en na ruim 10 kilometer staan we bij de kruising met de N96. We moeten richting het Lac de Castillon bij Castellane en dat zouden we via de N85 kunnen doen, de Route Napoleon. In dat geval kun je hier linksaf richting Sisteron gaan en dan bij Les Mees naar de N85.
Tip: wil je gaan fietsen op de Mont-Ventoux? Hier vind je een paar goede hotels
Durance en Route Napoleon
Wij doen dat niet en steken hier de rivier de Durance over. Aan de overkant komen we in Oraison waar we in het centrum bij een kleine winkeltje even een paar sandwiches kopen. Het is inmiddels rond het middaguur en we rijden straks een heel stuk door het dal van de Asse waar we ergens een plekje zullen zoeken voor de lunch. Als we het dorp weer uitrijden doen we dit over de smalle D12 richting Le Castellet waar we via de D101 en Entrevennes uitkomen bij D907, die langs de rivier de Asse loopt.
We zoeken ergens een leuk plekje om de auto te parkeren en eten onze zojuist gekochte sandwiches in het zonnetje op. Af en toe komt er een auto voorbij. Het is ook hier opvallend rustig. De omgeving is mooi en ruig. Bij Bras-d’Asse kun je afslaan naar de D953 Deze gaat richting Riez en Moustiers-Ste-Marie bij het gigantische Lac-de-Ste-Croix en de fabelachtige Gorges du Verdon.
Wij rijden nu iets naar het noorden om na Mézel een stukje over de N85 te rijden. Dit is de beroemde Route de Napoleon die richting Castellane gaat en we slaan er rechtsaf naar Barrême. In deze plaats sliep Napoleon in de nacht van 4 maart 1815. In de omgeving kun je mooie wandelingen in de bossen maken. In Barrême verlaten wij de N85 en rijden via de N202 door het dal van de Asse-de-Morriez tot we bij Saint-André-Les-Alpes uitkomen. De plaats ligt noordelijk van het Lac-de-Castillon waar je kunt vissen (met vergunning) en watersporten. Het is ook een geliefde plek voor parapente. De N202 loopt langs het meer en dat zorgt voor prachtige uitzichten.
Het stuwmeer wordt hier trouwens gevormd door de Verdon die kilometers verderop, na Castellane, de wereldberoemde Canyon-du-Verdon heeft uitgeslepen in de rotsen. Op een gegeven moment gaat de weg over de rivier en het meer naar Saint-Julien-du-Verdon. Het dorp ligt op een hoogte van ca 900 meter en je hebt er een schitterend uitzicht op het meer. We worden ingehaald door een groep Duitse motorrijders die het zelfde idee als ons hadden, stoppen, en genieten van de schitterende omgeving en het prachtige blauwe meer.
Entrevaux
Even later vervolgen we onze weg via de N202 en komen bij Annot.
Een leuk oud Provençaals stadje waar overigens de sfeer van een Alpendorp hangt. Annot is een uitstekende uitvalsbasis voor allerlei sportieve activiteiten en er vertrekken wandelingen die tot een hoogte van ca 2000 meter gaan. Het ligt aan de rand van het Parc Mercantour, dat wij de komende week in het hart zullen bezoeken.
Een paar kilometer verder komen we in het dal van de Var. De rivier ligt er droog bij. Het bekken is nauwelijks gevuld en in het midden is het een klein armetierig stroompje. Het wijst op een heel droog voorjaar en dat klopte ook.
We passeren de ingang van De Gorges de Daluis. Je kunt hier linksaf de D2202 op om in een schitterende tocht langs de Var te rijden tot Guilleaumes. Als wij hierin zouden gaan dan komen we ook vlakbij onze bestemming in de Mercantour, maar vandaag zijn wij op weg naar Menton dus rijden we door tot we in Entrevaux komen. Hier zoeken we een plaatsje voor de auto en lopen naar de brug over de Var om naar de oude stad te gaan.
Dit is een stop die je zeker moet maken. Entrevaux is een vestingstadje langs de N202 met een prachtige, hooggelegen citadel. De plaats is sinds de 18e eeuw onveranderd gebleven. Je komt binnen via een schitterende toegangspoort met een stenen brug over de Var. Als je door de poort komt stap je gelijk in een andere wereld. Wij komen er midden op de dag, het zal rond 14:00 zijn geweest op een vrijdag begin juni.
Het klinkt ongelooflijk maar wij lijken wel de enige twee bezoekers te zijn en dat biedt de gelegenheid om mooie foto’s te maken zonder toeristen en dus een beeld van de plaats zoals deze hoort te zijn. Prachtig en middeleeuws! De zon staat hoog aan de hemel en de lucht is strak blauw. We slenteren door alle straatjes en op het plein staat het fontein onder een boom die voor schaduw zorgt.
In de smalle straatjes zijn sommige mensen bezig met de was of de planten. Enkel huizen hebben mooie zonnewijzers op de muur, anderen hebben een fonteintje waar de waterkan voor de bloemen en planten kan worden gevuld. Als je boven in het dorp bent dan kun je de klim maken naar de hooggelegen citadel, vanwaar je een subliem uitzicht hebt over het dal van de Var en nog veel meer.
Als je een liefhebber van bijzondere streekproducten bent dan moet je absoluut even bij de slager Robert Lovera naar binnen gaan om secca te kopen. Het is gedroogd rundvlees dat 90 dagen te drogen heeft gehangen en heerlijk is als dungesneden carpaccio. Als je er toch bent neem dan ookéén van andere huisgemaakte streekproducten mee.
Naar Menton via de corniches
Na op ons gemak Entrevaux bezichtigt te hebben gaan we weer op weg langs de N202 richting Menton. Een kilometer of 15 verder passeren we de ingang van de Gorges du Cians waar een woest riviertje (Cians) richting de Var stroomt.
Over een afstand van 25 kilometer is er een schitterend landschap ontstaan, waar wij later in deze reis nog uitgebreid doorheen zullen trekken.
We blijven het dal van de Var volgen richting Nice, waar we ons laten leiden door het navigatiesysteem van onze auto. We volgen de borden richting Monaco en komen rond 4 uur ‘s-middags in de verkeersdrukte van de stad. Deze op 6 na grootste stad van Frankrijk is natuurlijk een bezoek op zich al waard. Wij kennen de stad al uit het verleden en laten het centrum en de boulevards langs de Middellandse Zee voor wat het is.
Wij wilden namelijk persé via de corniches naar Menton om te genieten van dit deel van de Rivièra met zijn luxe en pracht en praal. Deze wegen over de steile hellingen tussen Nice en Menton vormen de verbindingen tussen de steden en de badplaatsen.
De Grand Corniche loopt het hoogst tussen de N7 en de Autoroute, de Moyenne Corniche volgt de N7 en de Petit Corniche is de N89. Deze laatste wilden wij volgen om vandaar een mooi uitzicht op de Middellandse Zee te hebben. Nou dat hebben we geweten. Het verkeer in Nice zat helemaal vast en voordat wij bij de Petit Corniche waren volgde een lijdensweg van ruim een uur door de stad, tunnels, langs scheurende scooters, toeterende automobilisten en noem maar op.
Niet bevorderlijk voor de gemoedsrust en de snelheid. Achteraf gezien hadden we het laatste stuk naar Menton misschien beter over de A8 (de autoroute) kunnen doen.
Maar in elk geval passeren we nu in rustig tempo Villefranche-sur-Mer en Beaulieu-sur-Mer. In de verte zien we het schiereiland van Saint-Jean-Cap-Ferrat liggen, dat tot de 19e eeuw een eenvoudig vissersdorp was, maar waar nu de rijkdom van miljonairs het vissersleven ver naar de achtergrond heeft verdrongen.
Het mondaine van de Rivièra vind je hier in optima forma terug. We blijven de Basse Corniche, zoals de N89 ook wel wordt genoemd, volgen tot we in Cap d’Ail komen. Hier gaan we naar de N7 om te voorkomen dat we dwars door Monaco moeten. Als je er de tijd voor hebt dan moet je hier gewoon rechtdoor blijven rijden.
Omdat wij voor zes uur in Menton willen zijn, in verband met het inchecken bij het geboekte hotel, kiezen we voor de N7 die boven Monaco langs gaat. De weg werd overigens in 1921 aangelegd en biedt fantastische vergezichten over de Rivièra en het mondaine Monaco. Na Monaco en Beausoleil komen de Moyenne- en Petit Corniche samen om als N7 verder te gaan langs de kust.
We passeren zo de rots onder Roquebrune-Cap-Martin en komen via de Promenade du Soleil in een zonovergoten Menton aan. Als we bij het casino rijden gaan we linksaf de Avenue Boyer in die iets verderop overgaat in de Avenue de Sospel. Bij het casino begint voor ons de Route des Grandes Alpes, want de Avenue de Sospel gaat naar de eerste col die we morgen zullen passeren … Col de Castillon.
Aan deze avenue ligt ook het hotel dat we geboekt hebben. Het is het Kyriad. Er is voor de deur nog een plaatsje vrij om de koffers uit te laden. Er is een parking naast het hotel waar wij de auto netjes kwijt kunnen. Ruud zet de auto wel zo neer dat wij morgen makkelijk kunnen wegrijden, want je weet het maar nooit met die Fransen.
De kamer is netjes en voldoet prima voor 1 nacht. Er is een badkamer met ligbad en daar maken we beiden even uitgebreid gebruik van voordat wij ons in het avondleven van Menton gaan storten. We gaan deze warme zwoele avond met beide handen aangrijpen om ons eens lekker op een terras te laten verwennen.
Avond in Menton
Rond een uur of 8 ‘s-avonds lopen we op ons gemak richting het casino waar we linksaf over de boulevard wandelen. De avondzon strijkt een zacht licht over de Middellandse Zee en Menton. Het Mediterrane gevoel neemt bezit van ons. Iets
verderop komen we bij de Esplanade Francis Palmero en lopen langs de haven met zijn vele boten.
Morgen gaan we op ons gemak de stad en de haven bekijken en lopen nu de gezellige winkelstraatjes in op zoek naar een leuk terras.
Op de Place du Cap vinden wij achteraan een Italiaans restaurant, genaamd Olivio. Wij krijgen er nog net een tafeltje voor twee buiten op het terras en bestellen 2x een menu met een karaf koele rosé. De carpaccio was flinterdun en met heerlijke parmezaanse kaas en lekkere olijfolie. Boterzacht! De filet van loup de mer (zeewolf) was prima klaargemaakt en werd met een lekkere pasta geserveerd. Een kaasplankje volgde en de finale was een heerlijk dessert… huisgemaakte tiramisu, het lievelingsnagerecht van Marian.
Met een kopje koffie na lagen de kosten op 78 euro en dat was het meer dan waard. De ambiance op dit oergezellige plein was super, dat werd natuurlijk ook in de hand gewerkt door het heerlijke zwoele weer. De bediening was op zijn Italiaans, druk maar wel goed. Je merkt hier trouwens aan veel dingen dat je vlak bij de Italiaanse grens zit. Onze eerste kennismaking met Menton is ons uitstekend bevallen. Rond een uur of 11 wandelen we op ons gemak via de gezellige winkelstraat Rue de la République terug naar ons hotel.
Morgenochtend staan we op tijd op en zullen we Menton aan een nader onderzoek onderwerpen en zullen we op zoek gaan naar de oude stad die we via smalle klimmende straatjes zullen bereiken om vervolgens van een prachtig uitzicht over de haven en de Middellandse Zee te kunnen genieten. Morgen start voor ons ook het doel van deze reis… de start van Route des Grandes Alpes, die ons over de hoogste Alpencols zal brengen in de komende 3 weken!
Lees hier het begin van deze tocht en alles over de Mont-Ventoux
Tips voor vakanties en accommodaties bij de Mont-Ventoux
Tip: uitgebreide informatie over vakantie in de Provence en Côte d’Azur of kies een andere regio in Frankrijk